Dinsdag 23 oktober tm zaterdag 27 oktober

27 oktober 2018 - Maun, Botswana

Dinsdag 23 oktober.

Ook hier ondervind je de invloed van de klimaatverandering dus. Regen in Oktober is niet normaal. Het regenseizoen is in januari - februari en zo'n plensbui komt zelden voor. Het schijnt in Ghanzi 12 uur lang te hebben geregend. En ook de kou is extreem. Normaal voor oktober is 35-40C, maar nu is Het even zo'n 20C. En....vannacht was het ontzettend koud, 13C. Dat zijn we echt niet meer gewend. Diep onder ons dekbed met handdoeken en truien er op en ook nog lepeltje lepeltje liggend gaat het. We gaan vandaag naar Makgadigadi en blijven kamperen bij Kubu Island. Misschien is het leuk iets over het land Botswana te vertellen en te schrijven waarom het zo speciaal is. Als je het niet interesseert, sla dan maar over. Botswana was altijd een semi droog gebied. Het water komt uit de bergen en uit het tropische regenwoud van Angola, wat ten noordwesten van Botswana ligt. Het water stroomt via rivieren zoals de Kunene (die we gaan volgen) naar zee. Maar heel veel water komt via de Okavango rivier Botswana binnen in het noorden. Daar is een gigantische delta ontstaan, groter dan de Rijn, Rhone en Po delta en is dat een paradijs voor de dieren. Vijf miljoen jaar terug ontstond er zelfs een binnenzee, de Makgadigadi, 80.000 km2 groot. Maar die zee is opgedroogd net zoals lake Ngami, waar in de jaren zestig nog miljoenen flamingo's waren te zien. Maar nu stopt de delta bij Maun en verdwijnt het water onder de grond. Ook wordt veel water gebruikt voor de diamant industrie. Maar nu is er iets geks gebeurd: sinds 2008 is het water weer door de rivier de Boteti gaan stromen de Makgadigadi in. In 1989 konden wij door de droge bedding van de Boteti rijden naar de westkant van de Makgadigadi. Daar namen we de foto, die je bij "mijn profiel" ziet staan en die we gebruikt hebben voor het geboortekaartje van Anouk in 1994. Dat was toen geen nationaal park, maar sinds er water is, wel. Op de campsite van Tuuthebe woei het ook hard, zetten we snel thee, namen wat yoghurt en reden weg. Fijne plek met internet, maar de vijvertjes en de eenden zijn maf. We reden naar Letlhakane om nog wat water en vlees te kopen. Snel ontdekte ik dat ik mijn bril had laten liggen, dus even terug. Mijn bril was door de storm van tafel gewaaid,maar lag er nog. Om 8 uur ging de supermarkt open en zochten we de farmers butchery. Twee rumpsteak gekocht van 700 gram elk voor € 4. Vlees is hier belachelijk goedkoop en goed. Op weg naar Matsumo namen we Isaac mee met een jerrycan benzine. Hij leerde ons wat woorden Setswana, de taal die ze in Botswana spreken naast Engels. We zetten hem thuis af en bezochten het Kubu Office. Vroeger kon je gewoon staan bij Kubu Island maar nu wordt de campsite gerund door de gemeenschap van het dorp Matsumo. En dat voor € 50 per nacht....we zijn benieuwd. Kubu Island is een heuvel van graniet aan de rand van de zoutpannen van Makgadigadi en begroeid met baobabs, bomen, die duizenden jaren oud zijn, lijken alsof de wortels naar boven groeien in plaats van onder de grond en waarvan de stam een omtrek kan hebben van meer dan 10 meter. We waren er vroeg. Het blijft imposant. Er was een andere auto te zien. We zochten een plekje uit de wind, want het was nog altijd een giga storm. En koud. Spijkerbroek, dichte schoenen en trui aan. De campsite was puin: een in elkaar gevallen toiletruimte nu vervangen door 3 long drop toiletten. Viezer dan vies en niet te gebruiken. Het is beter een kuiltje te graven, daar te poepen en dan weer alles dicht gooien. Het is stuitend dat dit door het dorp als campsite wordt gerund. Maar toch blijft de plek uniek. Overdag werd het wel al weer 26C, lazen we veel en hadden een relaxte dag. Echter, Kjarin ontdekte dat ze haar ketting in de doucheruimte bij Tuuthebe had laten liggen, verdrietig en balen....

Woensdag 24 oktober. 

Op naar het noorden en door de zoutpannen naar Gweta. Het licht, dat gereflecteerd wordt door het zout doet pijn aan je ogen. Op het zout kan je rustig 100 kilometer per uur rijden. We verlieten de zoutpannen en het werd weer erg bochtig tussen de doornstruiken laveren in rul zand. Je laat stofwolken een paar 100 meter achter je en als je moet remmen, dan haalt de stofwolk je in. Bij een hutje onderweg zag ik twee hoopjes op de weg liggen: twee hondenpuppies van een paar dagen oud. Bij een ander hutje stopten we en kocht Karin een rieten mandje. Aardige vrouw gekleed in een trainingsbroek, 3 truien en sneakers. Haar man was naar Gweta, haar oudste zoon in het leger en de drie andere kinderen studeerden... Gweta was klein en er was die dag geen elektriciteit, zodat de Shell pomp niet werkte. Wel een supermarkt. We kwamen Makgadigadi National park nu weer aan de noordoostkant binnen. Bij de gate een vriendelijke ranger,  die zijn allereerste dag in functie was. Dus moest er een supervisor komen. We betaalden entry voor 3 dagen en een plek bij Njuca op een heuvel. Het blijft debiel om te moeten reserveren, zeker omdat de laatste bezoekers voor ons vijf dagen terug zijn binnengekomen. Ze moeten zich een rotje vervelen. En voor de liefhebbers weer wat meer over Botswana. Botswana heette vroeger Bechuanaland en was samen met Zimbabwe een Engelse kolonie, opgericht door Cecil Rhodes, waar de vroegere naam Rhodesie voor Zimbabwe vandaan komt. Het noorden, Het huidige Zimbabwe was goed voor veeteelt, maar het zuiden, Bechuanaland, was droog en eigenlijk niets waard. In 1956-1966 wilden de Engelsen het overdragen aan Zuid Afrika, maar een aantal inwoners van Botswana richtten de Botswana Democratic Party op en onderhandelden over een vrije republiek. En in 1966 gaf Engeland toe. Bij de vrije verkiezingen won Setseme Kama en werd president. Hij had in Engeland gestudeerd en was getrouwd met een blanke Engelse vrouw. En de Engelsen hadden pech of waren dom geweest. Cecil Rhodes wist dat Botswana rijk aan grondstoffen zou zijn. Hij was zelf een van de oprichters van de Beers, de grootste mining company ter wereld. Vlak na de onafhankelijkheid werden er diamanten ontdekt en niet zo weinig ook. Bij Orapa ontstond de grootste diamantmijn ter wereld na Kimberley. En de economie groeide in de 40 jaar na de onafhankelijkheid met 10% per jaar. De mijnen worden voor 50% gerund door de Beers en voor de andere 50% door Botswana. Daarmee is Botswana per hoofd van de bevolking bijna net zo rijk als Zwitserland. En dus zijn de hoofdwegen goed, zijn de ziekenhuizen top, maar wel is sinds 1966 de bevolking verdubbeld van 1 naar 2 miljoen. Geen corruptie, hoe bestaat het voor Afrika. En men was van mening, dat het land voor de inwoners zelf moest blijven en voor de dieren. Er mag dan ook niet gejaagd worden, behalve in private parken. Er wordt niet gepoacht, gestroopt. Wel loopt het aantal dieren soms uit de klauw: op een bepaald moment waren er 300.000 olifanten en stond er geen boom meer overeind. Vanaf 1980 liet men mondjesmaat buitenlandse toeristen toe. Wij betaalden in 1989 100 US dollar om de nationale parken in te mogen per persoon per dag.... Maar er komen meer toeristen. Hier vlakbij is Jack's Camp, waar je 2.000 Euris per nacht betaalt, minimaal 4 nachten en vanuit Maun wordt binnen gevlogen. Maar dan heb je wel Perzische tapijten op de vloer, een bartent, een bibliotheektent en een zwembadtent.... De campsite bij Njuca Hill was mooi maar er was niet veel wild te zien en besloten we door te rijden naar de Boteti rivier, waar dus water zou zijn. Onderweg vlak bij de rivier zagen we al honderden zebra's. De rivier was een plaatje: midden in het water stonden gnoes, kudus en verderop Olifanten en giraffen. We besloten niet terug te gaan naar Njuca hill en te blijven in Kumaga camp aan de rivier. Toiletten met zeepjes, papier en kraakhelder. Belachelijk duur maar je krijgt dan wel wat. We reden een stuk langs de rivier en keerden laat in de middag terug bij de campsite. Rumpsteak, gebakken aardappelen en sla van tomaten, komkommer, ui en appel. Het wordt niet eentonig. We sprokkelden hout en maakten een groot vuur. Volle maan en helder. Het wordt elke dag 2C warmer en nu al koelt het 's nachts nauwelijks meer af. Geen vliegen, geen muggen alleen veel nachtuiltjes, die in je wijnglas gaan zitten. 

Donderdag 25 oktober.

Bij het pannenkoeken bakken vanochtend enorm veel last van baboons. Bovenop en naast de auto, op de tafel en om ons heen. Paul had net de boter uit de koelkast aangegeven of floeps weg was het pakje! Veel gekrijs waarin de boterdief door zijn familieleden achterna werd gezeten. Die zal flink aan de race zijn gegaan.. Paul sprak een stel Tsjechen die vertelden dat ze hun hele reis vorig jaar vanuit Europa geboekt hadden. Toch fijn dat wij dat niet hebben gedaan ondanks de waarschuwingen in de reisgidsen dat dit absoluut noodzakelijk was. We reden naar de Boteti river waar we de stoeltjes langs de waterkant zetten. Wat een geweldig mooie plek. De zebra's, wildebeesten, olifanten plonsten vlak langs ons door het water en nijlpaarden zwommen knorrend stroomopwaarts. We hebben er een groot deel van de dag gezeten. Paul schreef het logboek en ik las. Wat een bofkonten zijn wij. Later in de middag reden we noordwaarts richting gate om vervolgens door te rijden naar Nxai Pan. Voor de zekerheid toch nog even gebeld met kantoor Maun of er plek was. Nou dat was geen probleem, we werden doorverwezen naar het parkoffice bij de gate. Daar aangekomen reserveerden we 2 nachten South Camp, ons aangeraden door een Zwitser die we eerder in de Kalahari ontmoetten. USD 38,- pp per nacht. Wisselgeld Pula 30,- a lot of money, giebelde de parkdame, mocht ze houden. Bij South gate is een permanent waterwhole. De olifanten lopen er af en aan, slurpen luid het water uit de put en lijken zich niet te storen aan  die rare toeristen. Rondom het  washok liggen grote betonblokken met stalen punten en is een groot stalen hek gebouwd dat onder stroom staat.  Dat was er 30 jaar geleden niet. Toen troffen we ruïnes van washokken waar door olifantenen de douchekoppen uit de muur waren getrokken. Een potje kaarten, witte wijn en bier, olijven en chips en een gloedrode zonsondergang. Paul kookte daarna pasta en smaakte het heerlijk, alweer met witte wijn uit onze onmisbare koelkast. Sinds lange tijd geen vuur gemaakt om de passerende olifanten niet te storen. Afwasen doet Paul steeds in de ochtend en laten we de boel in een teiltje op de achterklep van de auto staan. Liggend in ons tentje hoorde ik later gerinkel bij de tafel. Een jackhal liep weg met  een leeg bierblikje en zijn broertje pakte de lege wijnfles.  Onze bestektas was al verdwenen. Snel de tent uit en liet de jackhal gelukkig de fles vallen. De bestektas lag een aantal meter van de auto, alle bestek her en der op de grond. Alles bij elkaar gezocht en zorgvuldiger opgeruimd. In het maanlicht sjokten de olifanten nog steeds vlak langs de auto naar de waterhole waar we ze slurpend hoorden drinken.

Vrijdag 26 oktober.

Eigenlijk wilde ik  vroeg opstaan om de zon te zien opkomen, maar het werd toch nog 5.30 uur. Er is hier in Nxai Pan maar 1 vaste continue waterhole en daar gingen we naar toe. We zagen wel veel spoor en van dieren maar er zat enkel een gier te wachten. We reden wat rond en op een mooi plekje zetten we thee en gingen we ontbijten. Daarna gingen we terug naar het waterhole. En dat was compleet veranderd: er stonden een stuk of 10 struisvogels te drinken en ook kwamen er een paar honderd impalas en steenbokken aan. Toen volgden tientallen kudo's en een horde wildebeesten. Het was een fascinerend gezicht. Sommige impala's gingen een robbertje stoeien. We bleven lang kijken. Terug naar onze campingplek en maakte ik tonijnsalade met appel, ui, ketchup en mayonaise. Het is 13.00 uur, ik zette de luifel uit, pakte witte wijn en bier. Compleet weer bij....wat een dagboekdiscipline. Toch wel leuk om dit te doen en hopelijk misschien wordt het gewaardeerd. En zo niet, dan doe ik het voor ons zelf. Lekker gelezen, ik het boek "Ik ben Pelgrim" best spannend. Het wordt warmer en warmer en we hebben zelfs de luifel uitgezet. Om 17.30 uur terug gegaan naar het waterhole, stonden er een aantal olifanten en wachtten we tot de zon zou ondergaan. Maar het werd bewolkt en viel het tegen. In het donker teruggereden. Vuur gemaakt, vlees er op, spaghetti met knoflook en een lekkere salade. De olifanten lopen af en aan. Toen we klaar waren met eten kwam er een op een meter afstand staan, bleef minuten lang stilstaan en keek ons aan. Ik ben er niet bang van,maar ze zijn wel groot.....Uiteindelijk draaide hij zich om en liep terug naar het waterhole. Toen we weer rustig zaten kwam er een jakhals naast de tafel zitten. Het moet niet gekker worden.....

Zaterdag 27 oktober.

Behoorlijk vroeg opgestaan. Op weg naar Maun en nu op naar Moremi en Chobe, de parken rond de Okavango Delta. Eerst naar Baines Baobabs, zeer indrukwekkend, war een joekels. De tracks waren weer heavy zand, maar ik scheur er behoorlijk door heen. Als je maar toeren en snelheid houdt. De weg naar Maun heeft erg te lijden gehad onder de regens in 2017. De potholes zijn 30cm diep. Het is een maf gezicht om andere auto's te zien rijden. Iedereen slingert over de hele breedte van de weg om de kuilen te vermijden met een gangetje van zo'n 50km per uur. Maun heeft een metamorfose ondergaan: in 1988 was er geen stroom en moesten we met de hand tanken. Nu zijn er tientallen benzine stations en supermarkten. Eerst onze gasfles gevuld. Wat is die GPS Garmin van tracks4africa toch geweldig. Zelfs Viking gas weet hij te vinden. Er kon 120 liter in de tank. Inkopen gedaan bij mega Amerikaans aandoende supermarkten. Hout voor ons vuur gekocht en op naar de Okavango River Lodge. Aan de rivier. Camping met zwembad, bar, WiFi en restaurant. Naast de camping vond vanochtend een trouwerij plaats. Het is zaterdagmiddag en loopt de plaatselijke bevolking uit met gettoblasters en koelboxen met bier en eten naar de rivier. Men zwemt in de rivier,maar dat vind ik een beetje te: er zijn echt krokodillen en nijlpaarden. Wat een paradijs... Op de camping stond ook Arjan, die wij eerder in Makgadigadi hebben ontmoet. Hij werkt als zzp-Er gids en toert met drie auto's, vijf vrouwen en een jongen door Botswana. Ervaringen met hem uitgewisseld en veel van hem opgestoken. En dat ondanks het feit dat dit zijn eerste reis als gids is...Dagboek bijgeschreven, bier gedronken, mail opgehaald en helemaal bij....Tot over een week.

Foto’s

7 Reacties

  1. Hein e Ruth:
    27 oktober 2018
    mooie foto's en leerzaam over botswana
  2. Atie Westendorp:
    28 oktober 2018
    Het is een feest om jullie te kunnen volgen en het schrijven is puik.
    Hier is het vandaag mooi weer, de zon schijnt. De klok is vooruitgezet. Ik dacht redelijk op tijd wakker te zijn, maar het was zomaar een uur later.
    De tijd vliegt en ik verheug me al op het volgende verhaal.
    Heb’t goed! Atie
  3. Jan legters:
    28 oktober 2018
    Erg interessant om over de geschiedenis en jullie belevingen te lezen, kijk al weer uit naar jullie volgende bericht
  4. Fineke en Theo:
    28 oktober 2018
    Wat n baie mooi ervarings Karin en Paul, heeltemal pragtig als hulle voorgelees word deur my lief Fineke
    Baie pret en proost nog
  5. Theo en Marian:
    29 oktober 2018
    Jullie beleven wel wat en zien ook veel dieren in het wild. Heel bijzonder!!! Leuk jullie verslag dat is uiteindelijk ook leuk voor jullie later heb je een mooi reisverslag. Geniet nog maar met volle teugen. xx Theo en Marian.
  6. Dieke en Darryl:
    30 oktober 2018
    Wat klinkt dit toch als een geweldige reis! Zo leuk om een beetje mee te mogen reizen! Geniet er nog van, er komen vast nog meer mooie verhalen! Dikke kus, Dieke en Darryl.
  7. Cynthia:
    30 oktober 2018
    Wauw, wat een belevenissen! Ik vind het ook een feest om jullie te volgen, mis alleen een kaart. Fantastisch dat jullie dit doen, hoop dat jullie veel foto's maken. Nog een heel mooie tijd!
    Cynthia